iedereen weet nu natuurlijk dat deze post gaat over de heer van stand, olivier b. bommel, en tom poes, zijn kleine vriend, twee figuren die marten toonder in het leven riep met striptekeningen en teksten. deze strips verschenen oorspronkelijk in de krant. de drie verhalen in de bundel rook en zwavel op mijn pad zijn het lemland, de plamoen (of de gezichtenhandel), en het ontstoffen. de steinz gids voor de wereldliteratuur noemt bommel wel een opvolger van don quichot, een naieve beer van stand die ten strijde trekt tegen misstanden. bommel heeft inderdaad iets weg van de held don quichot. het juiste willen doen, de overtuiging dat hij het juiste weet en tegelijk de onwetendheid en naieviteit zijn herkenbaar bij beiden. door de naieviteit en de onwetendheid kunnen de verhalen tergend zijn en tegelijk zijn het juweeltjes van rust in deze geprikkelde tijd. het ontstoffen uit 1961 komt erg modern over met het streven naar raw food en het loslaten van materie. het hoorde natuurlijk ook bij de tijd van de jaren 60, de hippietijd met communes, loslaten, vrijheid en 'ontkoeking'.
Een heerlijk optimistisch kinderboek is 'De geheime tuin' van Frances H. Burnett. Er zitten veel levenslesjes in over ziekte, vriendschap, liefde, positief leven, natuurkrachten en nog meer. De geheime tuin is het symbool voor datgene wat je leven zin geeft, wat het waard maakt om elke dag voor op te staan, om te bewegen, te leven, blij te zijn en te stralen. Gemakkelijk is dat natuurlijk niet want het leven is geen continue happy end uit een sprookje, maar is ook het donkere dieptepunt uit het sprookje. Maar zit je in het dieptepunt, lees dan 'De geheime tuin' en probeer weer op te krabbelen.